Protestantse Gemeente Vlieland

Geschiedenis van het kerkgebouw

Wie denkt aan ‘de kerk’, heeft vaak allereerst het kerkgebouw voor ogen als ‘gezicht’ van de gemeente. Zeker op Vlieland is dat passend. Er is slechts één kerkgebouw op het eiland.

De kerk werd in 1605 gebouwd als een oost-west gerichte zaalkerk. In 1647 werd ze als kruiskerk uitgebouwd in de richting van het kerkplein. Het is een van de oudste oorspronkelijk protestantse kerkgebouwen in Nederland.

De kerk is o.a. beroemd vanwege de walviskaken die vroeger als grafstenen zijn gebruikt, maar vanwege de zure regen naar binnen zijn gehaald. Op het kerkhof staat een replica.

Veel onderdelen van de kerk zijn gemaakt van juthout, zoals enkele kerkbanken, en aan een paneel van de preekstoel kun je zien dat het een deurtje van een schip is geweest. De kroonluchters zijn ooit geschonken door de koning van Zweden en Michiel A de Ruyter.

Geschiedenis

Tot het begin van de 18e eeuw waren er op het Waddeneiland Vlieland twee dorpen, te weten West- en Oost-Vlieland. Het westelijke dorp was het belangrijkste en ook het oudste. Doordat het eiland zich verplaatst van west naar oost, moest West-Vlieland aan het begin van de 18e eeuw worden opgegeven. De huizen van dit dorp moesten worden verplaatst naar Oost-Vlieland.

De eerste stenen kerk in West-Vlieland stamde uit de middeleeuwen en was gewijd aan de heilige Willibrordus. In het kleinere Oost-Vlieland stond een kapel die was gewijd aan Sint Nicolaas, de patroonheilige van de handelaars en de zeevarenden. Deze kapel werd voor het eerst vermeld in 1245. In de late middeleeuwen werd de kapel verheven tot parochiekerk. Na de reformatie kwam de kerk in handen van de protestanten. Daar West-Vlieland aan het begin van de 17e eeuw ook al door de zee werd bedreigd, trokken veel mensen naar Oost-Vlieland met als gevolg dat de kerk al spoedig te klein werd.

In 1605 werd de oude kerk afgebroken om plaats te maken voor een groter gebouw. Met de bouw van de nieuwe kerk was een bedrag gemoeid van 3.093,45. De gemaakte kosten werden gefinancierd met een lening van 3.000,–.

De nieuw gebouwde kerk was daarmee een van de eerste kerkgebouwen die in ons land werden gebouwd voor protestantse erediensten. Gekozen werd voor een rechthoekige plattegrond van ± 9 x 20 meter. Het gebouw was eenvoudig van vorm. Op het dak was een lantaarn of daktorentje geplaatst met daarop een weerhaan. Er was geen luidklok in het torentje opgehangen. Het gebouw was opgetrokken in gele Friese drielingsteentjes en het dak was gedekt met pannen die aan de onderzijde waren aangestreken met kalk. In 1647 werd de kerk uitgebouwd in de richting van het huidige kerkplein en kreeg aldus zijn huidige vorm.